Halverwege het rondje loopt er een ander gezin voor ons. Vader, moeder, meisje van een jaar of 10, en een jongetje van een jaar of 4, 5.
Het jongentje loopt een stuk vooruit en besluit bij de timmerfabriek naar links te gaan. En dat was kennelijk niet de bedoeling, de rest van het gezin gaat rechtsaf.
He, waar is zoonlief gebleven? De zus tuurt eens goed: niemand te zien. Eens een keer roepen. Nee hoor, het blijft stil.
'Papa belt hem wel even', hoor ik dan de moeder zeggen.
Hè? Loopt dat jongetje nu al met een mobiel? Ik vraag me af of ik het goed gehoord heb, maar papa pakt inderdaad de telefoon uit de zak. Serieus?
Wijzelf slaan linksaf. Na 10 meter passeren we een grote elektriciteitskast. En als we de kast bijna voorbij zijn zien we achter de kast de guitige oogjes van het jongetje. Vinger voor de mond, 'ssssst, ik heb me verstopt!'. En ik zie een grote horloge om zijn arm.
Een dag later snap ik het fenomeen als ik dit artikel op NOS.nl zie staan:
https://nos.nl/artikel/2567943-grote-zorgen-over-tracken-kinderen-via-smartwatch-niet-goed-voor-ontwikkeling
Aha. Het jongetje behoort tot dat gedeelte van de kinderen die op elk moment getraceerd kan worden.
Nu is het natuurlijk goed dat ouders hun kinderen buiten laten spelen. Ze zitten tenslotte al veel te veel achter beeldschermen, en binnen zitten, daar worden kinderen niet beter van.
Maar buiten is natuurlijk wel de grote boze wereld. En hoe makkelijk en geruststellend is het dan dat je je kind kan volgen, en kan zien waar het uithangt. Ben ik trouwens wel benieuwd hoe een ouder dat doet met een groot gezin. Zit die constant op zijn of haar beeldscherm te kijken om alle verschillende poppetjes in de gaten te houden?
Naar aanleiding van het overlijden van Jan Terlouw keek ik nog eens zijn oproep terug bij DWDD, 9 jaar geleden. De beroemde speech over de touwtjes uit de brievenbus. Een fenomeen dat we ons nu niet meer kunnen voorstellen. Misschien nog een beetje voor de Achterhoekers, die nog niet zo snel de achterdeur op slot doen, want hier gebeurt heus niks. Maar toch, ook in onze gemeente vind ik regelmatig tips in het lokale huis aan huis krantje om het indringers niet al te makkelijk te maken. Een touwtje uit de brievenbus zou dan de ultieme oproep zijn om eens rond te snuffelen in andermans huis.
Goed, in die tijd leven we niet meer. We leven in een tijd waarin we alle ellende die er plaatsvindt, meekrijgen. Waarin er ongelooflijk veel op ons afkomt waar we geen controle over hebben. Veel wantrouwen. Een wereld die ons misschien veel angst aanjaagt. En dus proberen we uit alle macht controle te houden over datgene wat ons het meest lief is: de kinderen.
Oja, en ik denk ook dat gemakzucht een ongelooflijk belangrijke reden is om onze kinderen tot wandelende GPS trackers te bombarderen. Want hoe lekker is het om gewoon door een simpele tik op het scherm je kind op te sporen?
De experts zijn het met elkaar eens: het is een zorgelijke ontwikkeling, al die kinderen die op een digitaal kaartje kunnen worden opgespoord. Zelfstandigheid, autonomie, verantwoordelijkheid, omgaan met tegenslagen, vertrouwen: het wordt er niet beter van. Waarom wordt het dan toch zoveel gedaan?
Omdat we als ouders bang zijn. En die angst vinden we moeilijk om te voelen.
Dat is het ook. Angst is eng. Zekerheid voelt zoveel fijner, en dus doen we ons kind een bandje om.
Maar weet je: het leven ís simpelweg een eng iets. Naast dat ons van alles kan overkomen, hebben we ook nog eens een kind (of meer) op de wereld gezet die we het liefst tegen alle ellende willen beschermen. Maar dat is niet mogelijk.
En dus zit misschien je hart in je keel als je kind voor de eerste keer zelfstandig naar het speeltuintje verderop gaat. Als het gaat spelen bij een vriendje en zelf weer terug moet fietsen. Als het iets moet doen op school waar het heel erg tegenop zit.
Ja ik vind het nog regelmatig doodeng om Xander voor me de gevaarlijke rotonde in Doetinchem op te sturen, met als opdracht: goed kijken, sturen en richting aangeven.
Als hij in Terborg fietst tussen al dat drukke verkeer, af en toe slakkerend, 100 meter voor ons uit met een grote camper tussen ons in, dan doe ik ook maar even een schietgebedje of hij veilig thuis mag komen. Maar hé, dat trotse snuutje op de oprit: 'ik was veel sneller dan jullie! En ik heb het helemaal zelfstandig gedaan!'
En dat is nu precies de reden waarom we Xander geen telefoon of tracker of horloge meegeven. Want laat hem maar, ook al is dat soms ongelooflijk eng, zelf de wereld gaan ontdekken. Op zijn tempo en zijn manier.
Ok, soms doet hij het op een ietwat gek moment en manier, maar dat hoort er ook bij.
Zo zaten we laatst buiten te eten. Xander had, verrassend genoeg, zijn avondeten als eerste op.
In de tijd dat wij nog aan het eten waren, ging hij zich voor de grap even verstoppen. Doet hij vaker. 'Mama, ogen dicht. Papa, jij ook.' Ok, doen we. We weten inmiddels de bekende verstopplekjes van hem wel. Onder de tafel. Of in de voortuin.
Maar het duurde wel heel lang voor hij weer terug kwam. Ik had alles voor het toetje al op tafel staan. Ronald liep maar eens naar de voorkant. Was hij misschien gaan voetballen op het veldje? Nee, niks te zien. Hij zal toch niet verder weg zijn gegaan tijdens het eten? Ronald liep maar eens naar de oprit en keek de straat uit. En wie zag hij in de verte aan komen? Xander.
Hij had 'even' zijn standaard skelterrondje gedaan door het dorp. Hollend op blote voeten. Vond hij grappig.
Ok, wij de eerste minuut ook. Maar toen hebben we hem we meegedeeld dat we dat niet nog een keer gaan doen tijdens het eten. Of wel, maar dan misschien met zo'n bandje om...?