dinsdag 28 januari 2025

Een goede moeder?

Wat is een goede moeder? 

Tja, een vraag waar denk ik heel veel moeders zich in de afgelopen eeuwen over gebogen hebben. En ik denk dat de conclusie eigenlijk best simpel is: er is geen één manier om dé goede moeder te zijn. 

Ik heb tijden gekend dat ik heel graag moeder wilde worden, maar dat het me nog niet gegeven was. En wat deed het dan zeer als meiden om je heen wel zwanger werden, maar ik niet. Terwijl ik anderzijds helemaal niet zo kind-minded ben. Ik vond ze altijd gauw vervelend, lastig, herrie maken, zeuren, en vooral heel veel energie kosten. 
En toen kregen we Xander. En ja, als het je eigen kind is, is het compleet anders. Dat hadden velen mij al verteld van tevoren, maar dat bleek ook echt zo te zijn. 

Ik kwam in de wereld van moeder-zijn terecht. En oh, wat kon je dingen op verschillende manieren doen! Wat waren er ineens veel meningen over hoe het moest, over wat 'men' verwachtte, over wat 'men' dacht dat goed was voor een kind. En heel eerlijk? Ik kwam erachter dat ik ook maar wat aanklooide. Net als zoveel moeders. 
En dat ik in heel veel dingen me eigenlijk totaal geen moeder-moeder voelde. 
Want mijn kind dicht bij me houden tijdens de eerste maanden? Ja en nee. Ja, ik was er altijd op de achtergrond. Maar nee, ik weigerde mijn kind bij ons op de slaapkamer te laten slapen. Elk kikje en zuchtje en jengeltje horen, alleen al bij voorbaat kreeg ik het daar spaans benauwd van. 
Mijn kind in een draagdoek buidelen op de buik? Ik heb het geprobeerd. Maar tegen de tijd dat ik Xander eindelijk in de doek had zoals ik het hoorde, waren zowel hij als ik het spuug- en spuugzat. Ik wilde mijn kind niet steeds tegen mij aan hebben! Ik voedde het, verschoonde de luier, en eigenlijk verdween hij dan weer gelijk het bedje in. Huilde hij zonder reden? Dan wist ik het soms ook niet meer, en liet ik hem simpelweg een poos huilen in bed. De theorie 'hij voelt zich niet lekker, dus hij heeft behoefte om bij mama te zijn', ik geloofde het wel. Een steeds huilend kind in mijn armen, dat trok ik niet. 

Maar ook toen hij ouder werd ontdekte ik dat ik enerzijds heel blij was met Xander, maar anderzijds ook het soms gedoe vond en vind. Want ja, hij is lief, maar ook vaak genoeg lastig. Meespelen met hem, ik vind het verschrikkelijk. Ga alsjeblieft jezelf vermaken, en laat mij ook mijn ding doen. 
Ik heb regelmatig eigenlijk stiekem geen zin om hem van school te halen. Omdat ik zo geniet van de rust en alles wat ik zelf kan doen. Voorlezen, ik doe het wel, maar ik lees liever voor mezelf. 
Afspreken met andere kinderen? Argh, mag ik een selectie maken wie het dan is of wordt? 
Op school helpen met pannenkoeken bakken? Ik weiger categorisch. Ik heb liever een inhoudelijk gesprek over de kwaliteit van het onderwijs, dan met een aantal van die kleintjes in de keuken te moeten staan. 
En ja, ook bij mij komt dan vanzelf de vraag omhoog: ben ik eigenlijk wel een goede moeder? Ik had in het verleden zo'n wens om zwanger te worden, en nu heb ik een kind, en nu heb ik zo vaak geen zin, of vind ik het gedoe. En ja, dat roept dan ook wel eens een schuldgevoel op. Want we hebben er maar 1. En het zelfs dan nog regelmatig zwaar of gedoe vinden, ben je dan wel een goede moeder? 

Maar...ik heb inmiddels ook wat anders geleerd. Er blijkt namelijk één situatie te zijn waarin werkelijk echt het allerbeste in mij naar boven komt in het moederschap. En dat is als mijn kind ziek is. 
En dat allerbeste werd in mij in extreme naar boven gehaald toen Xander in 2022 kanker bleek te hebben. Wat heb ik toen veel geleerd en ontdekt! Ik bleek zoveel sterker te zijn dan gedacht. Ik bleek in de zwaarste omstandigheden er voor hem te kunnen zijn. Ik bleek te kunnen relativeren, goed in te kunnen schatten, hem beter te kunnen lezen dan wie dan ook. Ik behield overzicht, had de medische handelingen binnen no time onder de knie, en ging werkelijk alles direct aan, zonder in paniek te raken. 
Ja, er waren momenten dat ik de wanhoop nabij was. Bijvoorbeeld toen hij doodziek in Ede lag, ongelooflijk slechte bloedwaarden had, alleen maar kon kermen, snauwen en schreeuwen, hij alleen maar bang was en een bloedtransfusie zijn leven heeft gered. Ik heb huilend buiten tegen een betonnen muurtje aangezeten, met het lied 'Hou vol' van Kees Kraaijenoord steeds herhalend op mijn telefoon. Steeds maar weer. 'Hou vol, hou vol, Hij laat niet los....Laat maar komen wat hierna komt, want Hij laat ons nooit alleen'. 
Ik hield, door Gods kracht en genade, vol. Ik stond namelijk weer op. Ging weer naar binnen, naar Xander in zijn isolatiekamer, en pakte de draad weer op.
We overwonnen deze periode, en het leven is weer normaal geworden. Maar deze lessen draag ik voor altijd met me mee. 

Ook voor een periode zoals nu, waarin Xander griep heeft. Vind ik het fijn dat hij ziek is? Nee, ik baal. Voor hem, maar ook voor mezelf. De planning gaat over de kop. Ik kan gaan wissen in mijn agenda, ook de leuke dingen. 

Maar toch. Het roept op 1 of andere manier opnieuw het allerbeste in mij op. Een knop gaat om. Ik zorg, ik schat in, troost hem, luister naar hem, wrijf over zijn rug als hij moet overgeven, vertel hem dat het weer goed komt, sus hem, en ikzelf en mijn belangen zijn weg. 
Ben ik een goede moeder? Geen idee, ik weet niet wat de criteria zijn. 
Maar op de momenten dat het echt moet, dan ben ik er. Dan voel ik in al mijn vezels wat ik moet doen. En dat hou ik me dan maar voor ogen, als ik weer eens geen zin heb om een spelletje met hem te doen. 
Sorry jongen, hier moet je het maar mee doen...;)


vrijdag 24 januari 2025

Koud!

Ik ben lekker in het hoekje van de woonkamer gekropen. Op de hocker, m'n rug tegen een kussentje tegen de muur, dekentje over m'n benen, voeten op de verwarming. Ik heb het, zoals zo vaak de laatste tijd, koud. Door en door koud.

En ja, het is al weken koud. En ik roep altijd dat ik een wintermens ben. Dat kou niet erg is, daar kun je je op kleden. Maar op een of andere manier werd het me afgelopen dagen/weken wel erg gortig. De 5 minuten naar school lopen, de eerste paar kilometer in de auto, het wachten op het schoolplein: ik was niet warm te krijgen. Echt dat je ineens voelt dat je van alles nog in je lijf hebt wat het koud kan hebben. En rillen. 
Totdat ik een paar dagen geleden het ook in huis maar niet warm kreeg. En ineens bedacht ik me om eens een thermometer in mijn oor te steken. 38,1. Huh? Mijn normale temperatuur is 36,8. Dit verklaarde het één en ander. Mijn lichaam is kennelijk tegen iets aan het vechten waar ik geen benul van heb, want ik voel me verder prima. En dus kan het ook zo zijn dat ik misschien al wel tijden met verhoging of koorts rondloop, geen idee. Maakt niet uit. We lopen zolang het gaat gewoon door, maar het is nu wel duidelijk waar mijn bibberstand vandaan komt.

Vanmorgen hadden ze er trouwens op radio 1 een heel item over. Over de berichtgeving in kranten over het grauwe weer. Of je daar over moet berichten. Over wanneer je daarover moet berichten. En zo ja, wát je daarover moet berichten.
Een uiterst nieuwswaardig onderwerp natuurlijk, wat prima past in het rijtje Gaza, Greenpeace versus de staat-stikstofcrisis, Trump enzovoorts. Gefinancierd door uw belastinggeld via de publieke omroep. 
Conclusie? Als het uitzonderlijker is dan normaal, dan moet je het gaan melden. Maar ja, wat is normaal? De hoofdredacteur van Tubantia vond dat je na 8 dagen mist wel iets mocht gaan melden. Angela, je weet wel, die hele avonden tv kijkt om daar vervolgens een stukje over te tikken en de woede van de ene helft van Nederland daarmee over zich heenhaalt, ja, zelfs die Angela werd er depressief van. Ja, dan is het heftig.
Het item werd afgesloten met de constatering dat de studiogasten blij waren een paar minuten de zon te hebben gezien vanuit hun systeemplafond-radiostudio. Maar dat het, helaas helaas, de komende uren weer slechter ging worden.

Jongens, het is winter. Iets met noordelijk halfrond, op de ene plek een lagedrukgebied en de andere een hogedrukgebied, luchtvochtigheid, en tadaaaa...we hebben een aantal weken grijs weer. 
Maar grijs kan zo mooi zijn. Althans, ík vind het mooi. Afgelopen zondag maakten we een ommetje, en ja, het was koud en mistig en grijs. Alleen maar tinten grijs.
En ik genoot. Want het was zo mooi. 


Maar ja, ik geef toe: het is ook koud. Want is het inmiddels nu weer ruim boven 0, nu begint de wind weer mee te doen.
En ik had nog een schuurklusje. Die ik al 2 jaar heb, maar op de meest gekke tijden weer wil oppakken: het opknappen van een kastje. Hij was ooit al afgekrabt en geschuurd, maar nu werd het tijd voor de grondverf. Maar in mijn bibberstand verrekte ik het om in de koude schuur te gaan staan werken. 
Ha, we hadden mooi nog grondverf op waterbasis...dat stinkt niet zo erg. Dus ik bedacht me: ik ga mooi binnen verven. In de warmte. Dus zette ik 's morgens vroeg al de pot verf binnen, zodat hij 's middags goed te smeren zou zijn. En zat ik uiteindelijk, uiterst voorzichtig natuurlijk, op net te weinig kranten te verven. Heerlijk, 19 graden, verf dun genoeg, muziekje erbij, keukenschort aan (want geen zin om me om te kleden), en een lichte verfgeur die zich vermengde met de boordbakgeur van de broodbakmachine. Soms moet je het jezelf vooral fijn, makkelijk en comfortabel maken!

woensdag 15 januari 2025

Een prachtige ochtend én afval-verwarring

Het was zo óngelooflijk mooi!
Ja, ik had mijn hele dag al vol gepland kunnen hebben. Een heleboel te doen in het huishouden, en een to do lijst van heb ik jou daar. Maar of ik daar nu wel of niet meteen mee aan de slag ga, er blijft altijd werk te doen en werk liggen. 
Dus besloot ik gisteren, na het wegbrengen van Xander naar school, niet rechtstreeks naar huis te rijden, maar de zon te volgen.

De lucht kleurde eerder al zo mooi rood. Ik had Xander even naar binnen gebracht, tot bij zijn lokaal, omdat we een discussie hadden over zijn gymtas. Die bleek dus gewoon op school te liggen, maar niet in de daarvoor bestemde bak, maar onder de kapstok. Ok, opgelost. 
Ik liep weer door de gang naar buiten, en voor me liep juf Janine. Nou ja, lopen, ze botste. Tegen een andere mama op. Ze had naar buiten zitten kijken, en totaal niet opgelet waar ze liep. 'Oh, sorry, ik lette totaal niet op, maar de lucht buiten kleurt zo ongelooflijk mooi rood, daar was ik zo naar aan het kijken!' 
Ik snapte het. 


Met het naar huis rijden werd het alsmaar mooier. En tegen de tijd dat de zon bijna boven de horizon uit zou komen, parkeerde ik mijn auto langs de Slingerparallel, om gewoon simpelweg te kijken. Kijken, en foto's maken. 


Eenmaal boven de horizon bleef het mooi, en dus reed ik niet direct daarna door naar huis. Ik  pakte de binnenweggetjes via Rafelder en IJsselhunten, zodat ik kon blijven genieten van de zon en het wolkenspel. Elke paar seconden veranderde de lucht weer, wat een feest!

Maar ja, eindeloos doorrijden is natuurlijk ook niet helemaal de bedoeling, dus zette ik alsnog koers naar huis, en een halfuur later dan normaal was ik Etten. 

De laatste tijd trouwens ben ik enigszins in de war als ik door Etten rij. Het kan aan mij liggen hoor, dat weet ik niet precies. Maar ik raak enigszins in de war door onze afvallogistiek.

Ja, ik weet inmiddels echt wel welke kleur container voor welk afval is. Alhoewel ook daarin steeds weer wijzigingen komen: chipszakken wel of niet bij het plastic afval? Een metalen ranjefles, hoort die bij het PMD of bij het restafval? Wie het weet mag het zeggen. 
Nee, daar ligt mijn verwarring niet zozeer. 

We hebben echter momenteel te maken met een wisseling van de wacht. Buha is afgeserveerd door de gemeente Oude IJsselstreek, en Remondis is hiervoor in de plaats gekomen. Een andere afvalverwerker dus. Met zogenaamd meer maatwerk. Mooie nieuwe vrachtwagens. Containers die vaker geleegd worden. Tot zover dus allemaal positief. 

Maar Remondis heeft in al haar wijsheid besloten om op verschillende dagen het afval op te halen. En niet alleen dat, maar ook om het immense dorp Etten in verschillende delen op te delen. Want met zoveel inwoners is het geen doen om het afval op dezelfde dag op te halen, toch?

Het gevolg? Voor iedereen een gepersonaliseerde afvalkalender. Dat wil zeggen: voor hen die een smartphone hebben en de app kunnen downloaden. 
En als je 'm meteen na de aankondiging gedownload had, moest je 'm er weer af gooien en opnieuw inloggen, want er was wat fout gedaan. 
Goed, een app dus. Lekker toegankelijk voor alle ouderen onder ons. Of discrimineer ik nu, en hebben inmiddels alle ouderen een smartphone en kennis van apps downloaden? 

Heb je de app, en de bijbehorende code in een brief, dan kun je inloggen. En als je ingelogt bent, kun je zien wanneer jouw afval wordt opgehaald. Klinkt als maatwerk.
Maar nu de praktijk. 

Het dorp is dus kennelijk opgesplitst in delen. En laat de grens nu net ook bij ons liggen. Kijk ik uit het voorraam, dan zie ik containers buiten staan. Maar kijk ik uit het achterraam, dan staan ze er niet. Of, hé, toch wel, een enkele. Dat zijn de containers van de mensen die naar buiten hebben gekeken, en gedacht hebben: help, hij moet aan de straat. Maar het is maar de vraag of dat voor hen ook wel klopt. 
Ok. De groene. Die zag ik vandaag aan de straat staan.  

Maar nee, de groene hoeft bij ons niet aan de straat. Trouwens, welke straat? Want we wonen wel in de Christinastraat, en daar is de gepersonaliseerde afvalkalender op gebaseerd. Maar we zetten de container altijd aan de zijkant, aan het Loo. En wanneer moet het Loo eigenlijk het afval aan de straat zetten? Geen idee, dat vermeld de afvalkalender die voor ons op maat gemaakt is natuurlijk niet. 

Kortom, wat is de situatie op dit moment? 

Dat ik bijna elke dag andere containers aan de straat zie staan. Althans, in een deel van het dorp. Dat ik af en toe wagens van Remondis door de straten zie rijden, die volgens mij ook maar de containers meepakken van hen die ze ook maar aan de straat hebben neergezet, maar waarvan ik me afvraag of die wel aan de straat móesten staan. Dat er soms nu 3 kleuren containers in de week geleegd worden. Dat er geen vaste dag in de week voor de container is, maar dat dit elke week weer wisselend kan zijn. 

Zojuist heb ik de PMD aan de straat gezet voor morgen. Ik heb nog geen enkele andere gezien met de oranje deksel. Ik voelde me enigszins opgelaten, zeker toen een voorbijganger wat langer naar mij en mijn container keek. Heb ik het goed? Geen idee, maar als de app het zegt, dan moet het goed zijn, toch?
En de app zei zojuist: PMD aan de straat. On nee, er staat in de app PBD. Iemand enig idee waar die B dan voor staat? 

Dus. Ik ga nu hopen dat inderdaad morgen de PMD geleegd wordt. Gebeurt dat niet? Dan weet ik het ook niet meer. Dan kun je míj opvegen en aan de straat zetten denk ik. 

zaterdag 11 januari 2025

De kop is eraf

Als eenmaal de eerste werk- en schoolweek voorbij is, ja, dan kan ik wel stellen dat de kop eraf is van het nieuwe jaar. Alle kerst- en oud en nieuwperikelen zijn verleden tijd. Nou ja, Xander moest maandag nog wel even bubbelen op school. 'Mama, ik kreeg champagne, maar ik wilde niet. Dus ik heb geen glaasje gepakt. Ze gingen proosten, maar dat heb ik dus ook niet gedaan. Nou ja, ik heb wel proost gezegd, maar ik had geen glaasje'. 
Maar dat was wel zo ongeveer het laatste wat ons herinnerde aan de feestmaand. Hoog tijd voor het normale ritme. 

En dat normale ritme is om 6.30 als de wekker gaat wel even hard. Zeker na twee weken überhaupt geen wekker te hebben gezet. Maar eenmaal de mannen de deur uit, was het toch ook weer fijn om het huis en de tijd aan mezelf te hebben. Om in alle rust eindelijk de agenda eens secuur bij te werken. Afspraken in te plannen. De bovenverdieping van het huis wat grondiger te doen dan dat geaai van de laatste weken. 

En ik pakte een gewoonte op die ik een aantal jaar geleden voor het laatst had gedaan: brood bakken. Het kwam er een aantal weken geleden toevalligerwijs op. Brood bakken. Ik heb het een hele poos gedaan, met een afgedankte machine die het prima deed. Maar op een dag was het gedaan, het apparaat was kaduuk. En een nieuwe kopen, dat kost een hoop. En ik vond het eigenlijk wel best. En dus gingen we weer over op gekocht brood. Geruisloos, want ik kreeg eigenlijk geen commentaar, het was simpelweg zo. 

Maar een aantal weken geleden kwam het gesprek op zelf brood bakken. En tot mijn grote verbazing gaven de heren aan: 'daar had je destijds niet mee hoeven te stoppen hoor, dat zelfgebakken brood smaakte ons heel goed!'. Ok dan. Ja, ik wil best wel weer beginnen met zelf bakken, maar ik ben een enigszins luie bakker. Dus wil ik wel weer een goed broodbakapparaat. Want ik ga niet zelf staan kneden. 
Het goede apparaat mocht er komen. En dus zocht ik een mooi exemplaar uit, uiteraard van Panasonic. Want dat is het enige apparaat waar ik lovende reacties over hoor. We gooiden dus een hoop geld eruit, en er kwam een nieuw model broodbakmachine voor terug. 
Een nieuw model, maar de techniek van weleer. Eigenlijk simpelweg zo'n zelfde machine als dat ik ooit had, maar dan in een modern jasje. Bijna alles werkt nog precies hetzelfde. De techniek is hetzelfde. En zelfs de 8 piepjes als het programma klaar is, is hetzelfde. 

En dus, alsof ik nooit gestopt ben, gooi ik dagelijks wat van het een en het ander in het apparaat, druk op start, en 4 uur later ruikt het in huis alsof ik meesterbakker van Etten ben. Heerlijk!
Ja, het is toch wel weer even zoeken en kijken met welke verhoudingen we het brood het lekkerst vinden. Maar tot nu toe zijn we al behoorlijk tevreden!
Het is alleen wel wennen, het is een stuk voedzamer brood. En dus zit je simpelweg sneller vol. Maar het is vers, luchtig, en het geeft veel voldoening zo steeds in je eigen brood te voorzien. 


Ah, en toen kregen we op donderdag een vleugje winter. Een klein vleugje, maar het was er een. Het begon te sneeuwen. Ik hou ervan! Die magie van die witte vlokken. Het ineens stiller worden van de wereld. Iedereen die langzamer rijdt, loopt of fietst. Het omhoog kijken, en proberen een vlok tot op de grond te volgen. Het witte, wat de soms lelijke wereld ineens een stukje mooier maakt. 
De schoonheid duurde niet zo heel lang. Het hield na een aantal uurtjes alweer op met sneeuwen, en alles begon als een malle weg te dooien. 
Ik was die ochtend aan het werk achter de laptop, en besloot die meteen dicht te klappen. Hup, naar buiten, nog heel even genieten van de sneeuw, voor dat alles weg was. Nou, zelfs toen was ik eigenlijk al te laat. Het werd heel snel drap, water, papperig, en ik kon ineens ook weer zien hoeveel hondjes er rondlopen in Etten. Werkelijk overal gele stukjes sneeuw. 
Maar het was toch even lekker, en we hadden toch maar fijn een ochtendje wintergevoel gehad.

Het was trouwens een wereld van verschil in de zussenapp waar ik in zit. Verspreid over 4 locaties hadden we of 10 cm sneeuw, of 2 cm sneeuw, of groen gras maar bewolkt, of volle bak zon. Hoe Nederland een ieniemie landje is, maar het weer zo verschillend kan zijn. 

vrijdag 3 januari 2025

Aan de wandel

'Mama, dit was echt geen goed idee, en dat vind papa ook!'
Nou ja, dat zei papa niet, die zei dat dit mama's idee was. En dat klopt. Het was ook mijn idee. We hadden namelijk al behoorlijk veel binnen gezeten. En ondanks dat het 1 januari nog steeds grijs weer was, wilde ik er hoe dan ook erop uit. Maar het waaide. Dus had ik juist een locatie uitgezocht waar we extra goed zouden kunnen uitwaaien: langs het water bij Doesburg. 
En daar kwam weer even het verschil tussen de mannen en mijzelf naar voren. De heren zijn niet zo van wind. Laat staan harde. Laat staan harde wind op open vlakte. En dus werd er flink gemopperd door Sloetjes junior. 
'Ik waai weg!' 'Dit is niet leuk' 'Ga weg wind!' 
Hij hoopte stiekem met die laatste uitspraak dat het hem net zo lukken als de Here Jezus in het verhaal in de Bijbel om de wind en de golven weg te krijgen. Helaas, de wind ging niet weg. En dat vond ik dan weer eigenlijk niet zo erg.

De man mopperde niet, maar op subtiele wijze liet hij merken dat hij ook niet zo van die harde wind is. Tegen Xander: 'wij lopen liever in de bergen hè!'.
Ok, ok, we zoeken de luwte van het stadje wel op. Maar het was toch fijn. En uitgewaaid kwamen we thuis, waar we ons opwarmden met een warme oliebol en chocolademelk en een potje sjoelen.

Op 2 januari startte de dag met iets heel bijzonders. We trokken de rolluiken omhoog, en zagen een gele bol boven de horizon staan. En een helderblauwe lucht. Krijg nou wat, is dat de zon? Ja, dat is zowaar de zon! Wat ziet de wereld er dan compleet anders uit. Alles zoveel scherper en helderder te zien. Ja, op zo'n mooie dag kun je simpelweg niet binnen blijven zitten, alhoewel ik wel eerst wat in huis wilde doen.
Het was me namelijk gelukt om de afgelopen anderhalve week niet al teveel te doen in het huis. Voor mij best knap. Maar ja, als je zoon op de grond ligt, onder de salontafel door kijkt en meldt: 'mama, ik denk dat je wel een keer moet stofzuigen, er ligt hier een hoop pruttel', dan wordt het misschien toch wel tijd om een stofzuiger door de kamer te slingeren. 
Dus gingen we even aan de bak. Er werd gezogen, opgeruimd, en ik zette de droogmolen buiten op om een dag de dekens en kussentjes lekker te laten luchten. 

Maar niet te lang hiermee bezig zijn, de zon wachtte buiten op ons! We besloten de grens over te gaan, daar te tanken en vervolgens een wandeling te maken langs de Aa strang. Het was heerlijk! De zon op onze snoet, de frisse lucht, de heldere vergezichten, en stiekem even een klein beetje kind zijn (een goed voornemen voor 2025 :) )


Vandaag hadden we grotere plannen: we gingen een dagje naar Köln! Alleen kwamen we er de avond ervoor achter dat we een probleempje hadden: we hadden geen milieusticker. Zo'n groene, waarmee je de stad zelf in mag. Tja. En ergens zo kopen ging ook niet, want het is een ding op kenteken. Niet aan gedacht, hè, dat was dom van ons! Nou ja, er is natuurlijk een reden dat ze die stickers hebben ingevoerd: minder uitstoot in de stad. Laten wij daar nou eens aan meewerken. Dus hadden we uitgezocht dat we aan de rand van Keulen onze auto konden parkeren, en van daaruit met de tram (of, nou ja, met de metro, of nou ja, ik weet eigenlijk ook niet hoe ze dat ding in Duitsland noemen. Het begint kennelijk met een U, want als je die borden zag staan wist je dat je een trap af kon en naar de...uh....nou ja zeg maar metro kon). Met dát ding dus de binnenstad in. Prima, leuk ook voor Xander. 

Of het nu kwam door de goede nachtrust, de heldere hemel, het zonnetje wat al in ons gezicht scheen, maar na zo'n 4 kilometer te hebben gereden vanmorgen (we waren nog niet eens in duitsland), zagen we 'm ineens pontificaal op de voorruit zitten. De groene milieusticker! Nummer 4. We hadden 'm gewoon dus wel! 
Ronald wist het niet. En ik, tja, ik heb die groene sticker al wel vaker gezien, maar ik wist niet wat het was. Behalve dan dat het eigenlijk een lelijke sticker is, en dat het dom is dat zo'n ding op de voorruit zit. Goed, opgelost dus. We hadden een milieusticker. Maar dat wijzigde niks aan onze plannen, we gingen toch met dat onder-de-grond-ding naar de binnenstad. Ideaal! Voor nog geen 20 euro met z'n drieen 24 uur lang met OV door de stad. Wat hebben ze dat goed geregeld daar. 


We waren er al eens eerder geweest, Ronald en ik. In onze verkeringstijd. De Dom beklommen, met de Seilbahn over de rivier, en geslenterd (geflaneerd noem je dat heel romantisch toch?) langs de Rhein. 
Dit keer was het net even anders. Het was winter in plaats van zomer. Het was koud. Het waaide hard. We hadden een 7-jarige bij ons die regelmatig mopperde over de kou, de wind, dat hij veel moest lopen, bla bla bla. En ja, de Dom was nog steeds prachtig, maar wat een hoop volk bij de bezichtiging! Dan hebben ze het over leegloop in de kerken, nou, in de Dom niet hoor. Alhoewel, de toeristen gaan er met busladingen in, maar uh...zijn ook zo vóór het zingen de kerk weer uit...

Goed, de Domtoren beklimmen: daar bleek zo'n lange rij te staan, dat we al binnen 3 seconden besloten dat dus niet te doen. De Seilbahn, waar we speciaal voor de Metro namen naar station Zoo, die bleek Winter Pause te hebben en lag er verlaten bij. En dat flaneren langs de Rijn werd heel hard doorlopen, want brrrr het was koud! 
Maar toch was het leuk de stad te zien. De mooie gebouwen. De Dom, die hoe dan ook indrukwekkend blijft. De winkels. 


En toch. Het was leuk, maar vooral vandaag ervoer ik ook hoe lelijk een stad kan zijn. De verpauperde voorwijken van zo'n stad. De zwervers, die er nu minder waren dan in de zomer, maar je wel overal tegenkwam. En waarbij je dan je kind moet gaan uitleggen hoe het komt. En wat je eigenlijk op een of andere manier ook weer niet kan uitleggen. 
En die lelijkheid maakte dat ik vandaag 3x moest kokhalsen. Wat ik niet wilde. Maar het gebeurde. De eerste keer dat een zwerver in de metro om kleingeld vroeg, maar zo ongelooflijk vies en onverzorgd was. De tweede keer omdat we achter het station liepen, we langs een aantal zwerverstentjes liepen, en er op een plek allemaal uitwerpselen lagen. En de derde keer dat we een broodje zaten te eten in een broodjeszaak, er een man en een oude vrouw vlak bij ons kwamen zitten, en die man was zo ongelooflijk vies. En hij keek zo raar uit zijn ogen, had zijn hele trui en jas ondergekwijld met etensresten, zodat ik alleen maar tegen Ronald kon zeggen: 'Ronald, we gaan NU. WEG! Er zit een ongelooflijk vieze man achter je, en ik ga over mijn nek...'
Ergens voel ik me schuldig. Het zijn allemaal mensen met een verhaal. Met grote problemen. In- en intrieste gevallen. Voel ik me te goed voor deze mensen? Ik weet het niet. Maar als je hen ziet, wat kun je dan als mens diep vallen en diep zitten. En dan krijg ik respect voor alle hulpverleners die zich met deze gevallen moeten of willen bezighouden. En ja, een groot deel zal niet eens die hulp krijgen of willen krijgen. Maar toch...doe het maar. Ik weet wel dat ik dat niet zou kunnen. 

En ja, loop je eerst tegen een zwerver aan, 3 meter verderop staan de eindeloze rijen vitrinekasten met alle sieradenmerken die je je maar kunt bedenken. Of mogen kinderen van hun ouders een mooi legopakket uitzoeken bij de Lego Store. Of kun je prachtige merktassen kopen. Vanaf 199,-. 

De stad. Ik kom uit de randstad. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat dat niet meer mijn wereld is. Ik ben nu een paar uur te midden van allerlei mensen geweest, en ben wel weer genezen voor minimaal een half jaar. Al dat volk. In de metro. Op straat. Op het station. Zoveel verschillen. Maar wat zijn er ook veel gekke types. En wat ruiken mensen soms ook ongelooflijk naar.
Ja, het was leuk. Maar ik was inwendig blij toen we weer weg gingen. Overprikkeld tot en met, en met alleen maar het gevoel: wat ben ik blij dat ik in Etten woon. Daar waar ik het soms zelfs al te druk vind op straat. 
Maar wat een zegen dat ik daar mijn thuis heb!