Ronald was ook vroeg gaan slapen. Hij had alleen de pech dat hij de verkorte variant van Xanders griepvirus over zich heen kreeg deze nacht. Zweten, koud, knallende hoofdpijn...gelukkig ging het na 0.00 uur beter.
Goed, we hadden redelijk geslapen, en na onze reisdag wilden we het toch al kalm aan doen. Dus startten we alledrie op onze eigen manier vanmorgen rustig op. De ene speelde om 6.45 uur in de woonkamer, de ander stond om 9.00 uur op haar sokken op het balkon foto's te maken.
De derde bleef gewoon net zolang liggen totdat de eitjes gekookt waren en het etenstijd was.
'En, heb je nog een lichter uitstapje in je reismapje voor vandaag?', was de vraag. Ja, dat had ik wel. Hier in de buurt, zo'n 10 minuutjes rijden, was een waterval. Bij Hinterstein. Parkeren kon bij de kerk, en daarna kon je middels verschillende routes er naartoe. We besloten niet de meest directe route te nemen, ook niet de meest uitgebreid, gewoon die er tussenin. Te doen. Dat je makkelijk terug zou kunnen, maar niet na 15 minuten al klaar was.
Ze hadden qua weer een waterige dag voorspeld, maar de dag begon eigenlijk best goed! 's Ochtends vroeg had ik de zon verderop op de bergen nog zijn licht zien werpen. Die verdween echter wel snel. We kleedden ons goed aan, en Xander liep trots als een pauw met zijn skibroek aan. Hij heeft qua broek maat 128-134. Ik had 134 gekocht voor hem, maar hij liep er nog bij alsof het hoog water was. Nou ja, volgend jaar maar 2 maten groter dan. Hem deerde het niet, en met zijn hogere snowboots ging het prima.
Er was 1 auto te bekennen bij de kerk in Hinterstein. Verder was het parkeerterrein leeg, heel leeg. Maar ja, leeg of niet, we moesten toch betaald parkeren. Dus deden we dat braaf. En nadat we alles op de juiste ruggen hadden gebonden (rugtus, cameratas), gingen we op pad.
Ik had trouwens nog 2 Nordic Walking stokken achterin de auto liggen. In de verpakking. Gekocht toen ik onlangs toevallig bij de Obelink was, en ze voor niet al te veel geld zag liggen. Die wilde ik wel eens proberen. Maar ja, thuis totaal niet voorbereid hè, dus ik moest ze ter plekke daar op dat parkeerterrein nog uit het plastic halen. De heren liepen al weg. Dus terwijl we begonnen te lopen probeerde ik zo goed en zo kwaad die dingen eruit te halen, te verstellen, en enigszins te begrijpen hoe ze werkten. Of hoe je daar überhaupt mee moet lopen. Ik heb er eigenlijk totaal geen verstand van, en deed maar wat. Maar dat maakte niet uit: het maakte toch al een heel verschil. Ik liep zoveel makkelijker omhoog en naar beneden, en was minder bang om uit te glijden of te vallen. En als je minder bang bent, loop je sowieso beter. Dus die dingen hebben hun dienst al mooi bewezen.
Het was een mooie wandeling. Groene omgeving, en heel de tijd tikkelde er lichte witte hagel/sneeuw op onze jassen en om ons heen. Zo lekker! En na een klein poosje merkte ik dat ik helemaal leeg in mijn hoofd begon te worden, en kon ik zo genieten van het bewegen, de natuur, de uitzichten, de bergen, en natuurlijk de waterval! Het was super! En Xander liep keigoed mee, je kon aan niks meer merken dat hij 2 dagen geleden nog voor pampus op de bank lag.
Zo'n 2 uur later waren we weer bij de auto. De lucht was inmiddels verder dicht getrokken, en het begon mistiger te worden. De bergen werden steeds minder zichtbaar. We besloten nog even een stukje te gaan toeren. Weer die kronkelige weg richting Oberjoch. En eenmaal daar bleek er veel meer sneeuw te liggen, en reden we nog maar een stuk verder, Oostenrijk in.
Schreef ik een aantal zinnen geleden dat je aan Xander niets kon merken dat hij zo ziek was geweest? Te vroeg geroepen. Het was tijdens het toeren gedaan met zijn goede zin. Een gemópper vanaf de achterbank, niet te geloven. Alles was saai, alles was stom, de sneeuw was niet leuk, de bergen wilde hij niet zijn, kortom: daar viel werkelijk waar niks tegen aan te redeneren. Zeggen dat er veel kinderen waren die ook maar wat graag op vakantie zouden willen naar de bergen, was parels voor de zwijnen gooien. Er kwam me ineens toch een stuk chagrijn uit!
We lieten ons er niet door weerhouden nog wat verder te rijden. Want het werd steeds witter om ons heen, en het begon langzaam steeds meer te sneeuwen. Mooi!
Uiteindelijk belandden we in het dorpje Tannheim, waar we ons compleet vastreden door een plaatselijke optocht. We hadden al een paar brandweerwagens en -mannen zien staan, en ons afgevraagd wat er gebeurd was. Nou, niet zoveel bijzonders. Maar hier zet kennelijk de brandweer een paar straten af als er een optocht is. Het was nog een heel gedoe hoe we het dorp weer uit moesten komen, maar het lukte. Onder groot gemopper vanaf de achterbank.
En toen besloten we lekker naar het huisje te gaan. We hadden alledrie nog in meer of mindere mate last van een reisdagkater, en we wilden niet zoveel meer. Vooral Xander niet. Die bleef de rest van de middag mopperen, boos op zijn billen door het huisje schuiven, ons niet aankijken, niet willen praten, even een spelletje doen en dan weer mopperen op papa, en als hij moest lachen werd hij boos op zichzelf, want Ik. Wil. Niet. Lachen!. Ik BEN niet blij!
Goed, we hebben hem lekker op tijd in bed gestopt, en gaan zelf ook niet al te laat. Want we kunnen nog wel wat slaap en rust gebruiken, zeker voor de dag van morgen.
Wat we gaan doen? Raad maar. Ik geef 2 hints.
We gaan terug in de tijd. En het is 54 kilometer rijden vanaf ons huisje.
Oja, en als laatste nog dit. Sorry dat ik er weer over begin.
Maar we moesten vandaag toch weer even denken aan exact 3 jaar geleden. Toen werd Xander opgenomen en bleek hij ernstig ziek te zijn. Precies 3 jaar geleden, op 27 februari 2022, hadden we één van de slechtste dagen uit ons leven. We waren moe, verdrietig, bang, en hadden geen idee hoe Xander er doorheen zou moeten of kunnen komen.
En nu? Wat een wonder. Wat een energie. Wat een groei!